Publicatiedatum: 04-12-2017
Pleegkinderen en hun verzorgende ouders hoeven voortaan niet meer bang te zijn dat de Belastingdienst hen ziet als fiscale partners voor de toeslagen en de inkomstenbelasting. Indien gewenst kan een pleegkind voor wie de pleegouder/verzorgende ouder een pleegvergoeding of kinderbijslag heeft ontvangen, worden uitgezonderd van partnerschap. Daarvoor moet wel een verzoek worden ingediend bij de Belastingdienst.
Vrouw laptopPartnerschap
In bepaalde situaties kan een meerderjarig pleegkind voor wie de pleegouder in enig jaar een pleegvergoeding of kinderbijslag heeft ontvangen, kwalificeren als partner van de pleegouder. Dat is lang niet altijd gewenst. In het Belastingplan voor 2018 is daarom voorgesteld om het partnerbegrip aan te passen. Hierdoor kan een pleegkind op verzoek hetzelfde worden behandeld als een eigen kind tot 27 jaar. Een meerderjarig eigen kind onder de 27 jaar kwalificeert voor de inkomstenbelasting en de toeslagen immers ook niet als partner van zijn ouder.
Keuzevrijheid
De wijziging van het partnerbegrip treedt pas op 1 januari 2018 in werking. Dat zou betekenen dat de keuzevrijheid voor pleegkinderen en pleegouders dit jaar nog niet zou gelden. De staatssecretaris van Financiën heeft echter onlangs goedgekeurd dat pleegouder en pleegkind ook voor het belasting- en berekeningsjaar 2017 op verzoek kunnen kiezen om niet als fiscale partners te worden aangemerkt. Die keuze ziet zowel op de inkomstenbelasting als op de toeslagen en heeft dus ook gevolgen voor een reeds ontvangen voorschot op een toeslag. Als dit voorschot is toegekend op basis van partnerschap, kan de keuze om niet te worden aangemerkt als fiscale partner mogelijk leiden tot een lager bedrag aan toeslagen. Een eventueel teveel ontvangen bedrag moet dan worden terugbetaald.