Publicatiedatum: 2025-02-21
Als u over onvoldoende financiële middelen beschikt, betekent dit nog niet dat u geen herinvesteringsreserve (HIR) kunt vormen. Dit is voor een HIR namelijk geen vereiste, aldus een arrest van het gerechtshof in Den Bosch.
Herinvesteringsreserve (HIR)
Als u boekwinst maakt op een bedrijfsmiddel, moet u hier in beginsel belasting over betalen. U kunt dit voorkomen door de boekwinst te reserveren in een HIR. Koopt u later een vervangend bedrijfsmiddel, dan kunt u de HIR afboeken op de boekwaarde van het nieuwe bedrijfsmiddel. U kunt daardoor minder afschrijven op het nieuwe bedrijfsmiddel. U betaalt daardoor meer belasting, zij het wel gespreid en op een later moment: een belangrijk voordeel ten opzichte van direct afrekenen.
Investeringsvoornemen
De HIR kent wel enkele voorwaarden. Zo is onder meer van belang dat er een investeringsvoornemen is. Dit betekent dat u een HIR in principe binnen drie jaar na het jaar van ontstaan ervan moet afboeken op een ander aangeschaft bedrijfsmiddel. Doet u dit niet, dan valt de HIR op het eind van dat jaar in de winst en betaalt u alsnog in één keer belasting over de boekwinst. De genoemde termijn van drie jaar geldt niet als er vertraging in de investering is opgetreden door bijzondere omstandigheden. Er is dan wel vereist dat er een begin van uitvoering van de investering is gemaakt.
Onvoldoende financiën
In bovengenoemde rechtszaak was sprake van een bv die een HIR wilde vormen, maar waarbij dit niet op de goedkeuring van de inspecteur kon rekenen. Volgens de inspecteur ontbrak het de bv aan voldoende financiën toen deze de HIR wilde vormen, zodat er geen sprake kon zijn van een investeringsvoornemen.
Financiering niet doorslaggevend
Uit genoemd arrest blijkt dat het bezit van onvoldoende financiële middelen op het moment van vorming van de HIR niet automatisch aan de HIR in de weg hoeft te staan. Dit kan wel zo zijn als binnen drie jaar na het jaar van ontstaan ervan de HIR niet kan worden afgeboekt op een ander aangeschaft bedrijfsmiddel als hiervoor de financiën ontbreken. U voldoet dan namelijk niet aan de wettelijke eisen, maar de inspecteur moet dit dan wel aannemelijk maken.
Vrije bewijsleer
De uitspraak van het Hof Den Bosch maakt ook duidelijk dat de HIR een vrije bewijsleer kent. Ofwel, u mag zelf kiezen hoe u aannemelijk maakt dat u een investeringsvoornemen heeft. Dit hoeft niet per sé uit stukken te blijken. In bovengenoemde zaak was er echter voldoende bewijs in de vorm van onder andere e-mails van de bank, dat er daadwerkelijk een investeringsvoornemen bestond. Het Hof stelde de bv dan ook in het gelijk.